Je hebt er vast al vaak van gehoord: Artificial Intelligence, kortweg AI.
Wikipedia quote als volgt: “Andreas Kaplan en Michael Haenlein [definiëren] artificiële intelligentie als “het vermogen van een systeem om externe gegevens correct te interpreteren, om te leren van deze gegevens, en om deze lessen te gebruiken om specifieke doelen en taken te verwezenlijken via flexibele aanpassing.”
Waar voorheen dit vaak op rationele handelingen of kennis werd toegepast, is nu de creatieve wereld aan de beurt. AI wordt ingezet om kunst door een computer te laten maken. En daar vinden veel mensen iets van.
Zeker toen onlangs een door middel van AI tot stand gekomen kunstwerk een wedstrijd won – reglementair wel te verstaan – raakte de discussie in een stroomversnelling. Zoals bij alles dat verandering teweegbrengt, zien we voor- en tegenstanders. De kwesties die op tafel liggen zijn onder andere ‘Moeten we wel kunstmatig (what’s in a word) gemaakte kunst willen? Gaat dat niet voorbij aan de hele essentie van een kunstobject?’ ‘Is AI-kunst wel eerlijk tegenover menselijke kunstenaars?’ En: ‘Maakt AI inbreuk op het auteursrecht van menselijke makers?’
Laat ik beginnen te stellen dat ik ervan overtuigd ben dat er een groot publiek is voor AI-kunst. Ik geloof dat het heel veel mensen namelijk weinig uitmaakt of een werk door een computer of een mens is gecreëerd. Het criterium voor bewondering of voor een aankoop is vaak ‘vind ik het mooi’, of ‘raakt het me’ bijvoorbeeld. En dat kan een AI-beeld of kunstwerk natuurlijk nét zozeer doen als een door mensen gecreëerd kunstwerk.
Voor anderen zal het kennen van de bron mee kunnen wegen in de beleving die ze bij het werk hebben. Zij ervaren een computergegenereerd kunstwerk mogelijk als minder authentiek dan een (wo)manmade product. Ik kom hier later in dit stuk op terug.

Klik op de afbeelding om naar de printshop te gaan en een closeup te zien.
In eerdere technische revoluties op creatief vlak hebben we vergelijkbare situaties kunnen zien. Waar eeuwenlang tekenen en schilderen de geijkte manieren waren om een beeld te scheppen, zal de komst van fotografie niet minder voor discussie hebben gezorgd.
Op hun beurt hebben analoge fotografen vast even moeten slikken toen – tamelijk kort geleden nog maar – de digitale camera haar intrede deed. Met in haar kielzog digitale fotobewerking. Nóg erger! Want wat is immers nog het vakmanschap?
Inmiddels een generatie verder hebben digital artists hun plek in de wereld ingenomen en zijn er talloze voorbeelden van creatieven die zich in dit vakgebied van anderen onderscheiden door hun bekwaamheid. Een nieuw vakmanschap is ontstaan. Náást het voortbestaan van zowel analoge als digitale fotografie. En terwijl digitale fotografie voor de grote massa inmiddels bereikbaar is, valt ook daarin vakmanschap te onderscheiden door beheersing van de techniek. Laat staan binnen de analoge fotografie, die misschien zelfs wel een wat verheven status heeft gekregen.
Is de komst van kunstmatig gemaakte kunst dan zo’n onverwachte historische ontwikkeling? Bepaald niet wat mij betreft. Maar dat het reuring teweeg brengt ook niet. Zeker onder de vele digital artists die zich onderscheiden met hun werk en die nu wellicht vrezen overbodig gemaakt te worden door een computer.
Maar moet je je laten leiden door angst voor concurrentie? Als het antwoord ‘ja’ was, zou al heel lang elke aspirant-kunstenaar zich hebben moeten laten ontmoedigen. Er zijn immers zóveel beeldmakers op de wereld, dat elke nieuwe maker een druppel in een kunstzinnige oceaan is. Waarom dan tóch gaan creëren? Omdat je móet. Omdat je gedreven wordt door een innerlijke impuls om kunst te maken, om te scheppen. En dan maakt in principe wat anderen doen niet uit.
Vanuit commercieel oogpunt ligt dat mogelijk wat genuanceerder. Wanneer je je passie volgt, je roeping, en er je brood mee moet verdienen, kan het beangstigend zijn om de wereld overspoeld te zien worden door nieuwe potentiële makers. Makers die niet de vaardigheden hoeven te hebben die jij je met zoveel doorzettingsvermogen eigen hebt gemaakt. Makers die als het ware met een druk op een knop een product door de computer laten uitspugen. In plaats van met eindeloos geduld, precisie en expertise een visueel schouwspel uit hun ziel en fantasie te persen.
Wordt kunst (en digitale kunst in het bijzonder) minder waard als computerwerk de markt overspoelt? Ik voorspel van niet. Massaproductie in beeldmateriaal is immers al zeker een generatie volop aan de orde. En grootaanbieders van al dan niet digitaal tot stand gekomen beelden – denk bijvoorbeeld aan de posters van Ikea – maken nog steeds niet dat er géén publiek meer is voor andere beelden en kunstvormen.
Doet het grote aanbod een groter beroep op je creativiteit? Dat waarschijnlijk wel. Om onderscheidend te zijn. Maar ook daarin geldt al langer dat succes als kunstenaar (lees hier: commercieel succes) veel te maken heeft met authenticiteit. Naast een gezonde dosis ondernemerschap en/of geluk. 😉
En daar komen we terug bij het punt waarom ik denk dat huidige beeldmakers, óók digitale kunstenaars, de komst van AI niet per definitie hoeven vrezen. Een mens als maker blijft authentieker dan beelden genererende computers. Voorlopig althans. En vooropgesteld dat de AI-kunst ethisch verantwoord tot stand komt. Met andere woorden: niet door middel van simpel ‘jatwerk’ van oorspronkelijke beelden, samengesmolten tot een nieuw digitaal papje. Maar door het principe van ‘machine learning’, volgens de definitie waar ik dit artikel mee begon. Waarbij bestaand beeldmateriaal weliswaar de input vormt voor het leerproces van de computer, maar het nieuwe beeld ‘vers’ ontstaat op basis van de kennis die de computer over de samenstelling van beelden heeft opgedaan.
Hoe dat in zijn werk gaat kunnen anderen veel beter dan ik uitleggen. Ook over de mogelijkheden die dat in de toekomst met zich meebrengt zal het nodige geschreven zijn en worden.
Maar al met al ben ik ervan overtuigd dat er voor échte, menselijke kunstenaars een grote plek op de wereld blijft bestaan. Ik hoop dat ik mijn menselijke medekunstenaars daarmee een beetje kan opbeuren. Vaar je eigen koers, digitaal of niet. Ik ben al aan het bedenken hoe ik me in mijn kunst kan onderscheiden van artificial intelligence. Een vermelding bij mijn kunstwerken als ‘tot stand gekomen met HCI, human creative intelligence’ lijkt me wel iets… Heb ik zelf bedacht. 😊