Dat is maar gewoon geklieder

Hoe vaak hoor je niet bij een abstract schilderij: ‘Dat kan mijn kind van 4 ook maken’. Of: ‘Ik vind het maar gewoon geklieder’. Vaak. Omdat het vaak heel simpel lijkt.
En ja, af en toe wordt abstracte kunst ook met een paar eenvoudige penseelstreken gecreëerd. Een 5 minuten werkje. Ik zal het soms met degenen eens zijn die het moeilijk te verteren vinden dat zoiets als hoogstaande Kunst wordt beschouwd. Een Mondriaan, een Jackson Pollock, Joan Mitchell, Mark Rothko. Grote namen in de kunstwereld. Voor velen ogenschijnlijk makkelijke werken. Of geklieder. Maar toch…. er valt genoeg van hen te leren.

Wat maakt kunst dan Kunst?

Een grote vraag, die al veel mensen heeft bezig gehouden. Ik weet zeker dat ik die vraag hier ook niet naar tevredenheid kan beantwoorden. Maar ik heb in de afgelopen jaren wél ontdekt wat er aantrekkelijk aan abstracte kunst kan zijn. Oók aan de simpele werken. En dat is dit:

Abstracte kunst nodigt je uit om te beleven, te onderzoeken en zo jezelf beter te leren kennen.

Dat zijn mijn eigen woorden, maar ook daadwerkelijk mijn eigen ervaring.
Zowel als kijker naar, als in de rol van maker van abstracte kunst geniet ik daarvan.
Want wat doet een abstract werk met je? Je gaat er iets van vinden. Je vindt het mooi. Of lelijk. Of ‘het doet je niets’. Je irriteert je eraan (misschien wel omdat je het ‘zelf ook wel had kunnen maken en die zogenaamde kunstenaar er een ton voor heeft gekregen’), je bewondert de originaliteit, de durf, de techniek. Het kan van alles zijn.

‘Eden’s Garden’
acrylverf op canvas 60*80cm

Maar juist dát maakt het interessant. Want waarom voel je datgene precies? Zegt dat iets over het werk waar je naar kijkt, of over jóu? Zodra je gaat proberen om onder woorden te brengen waaróm je voelt wat je voelt. Of vindt wat je vindt. Dán gebeurt er iets. Je persoonlijkheid, jouw unieke ik, gaat meespelen. Want feit is, dat één kunstwerk onherroepelijk vele verschillende reacties teweeg kan brengen. Dat ligt niet aan het kunstwerk, maar aan degenen die ernaar kijken! Wat beweegt hen? Wat is hun smaak, hun cultuur, hun achtergrond, hun context? Wat vind je dan zo mooi aan een werk? Zijn het de kleuren? De wilde patronen? De rustige delen? Wat is het gevoel dat je daarbij krijgt? Roept het herinneringen bij je op? En als je je stoort aan een werk, hoe komt dat dan? Vind je het te eenvoudig? Te kinderlijk? Vind je dat iemand hard moet werken om veel geld te mogen ontvangen? Een volwassen, ontwikkeld werk moet afleveren? Is het niet eerlijk verdeeld in de wereld? Voel je afgunst? Waar komt dat vandaan?

Van de automatische piloot af

Zie je? Op die manier kun je ontzettend veel over jezélf leren door te kijken naar een abstract werk én er vragen aan jezelf bij te stellen! Geweldig toch? We sukkelen namelijk met z’n allen vaak genoeg in stand ‘automatische piloot’ door het leven. We doen wat we gewend zijn te doen. Wat we jong geleerd hebben en gewoon zijn gaan vinden. Maar ís het wel zo gewoon? Is een andere manier of visie misschien niet beter? Of tenminste óók goed? Zelfreflectie. Leren. Groei. Ontwikkeling. Allemaal dingen die het gevolg kúnnen zijn van abstracte kunst. Al kun je ook gewoon doorlopen. En dat zegt ook iets. 😉

Bestemming onbekend

Een abstract werk maak ik bij voorkeur intuïtief. Zonder vooropgezet plan, zonder vooraf te weten wat ik zal gaan maken. Het mag spel zijn, geklieder zo je wil, maar ondertussen maak ik van allerlei technische elementen gebruik om mijn schilderij te kneden. Ook ik heb over mijn abstract werk wel eens gehoord dat het simpel lijkt. Dat je het wel even in een middag maakt. Niets is minder waar. (Ik nodig je van harte uit om het zelf te proberen). 😉 Compositieregels of het bewust doorbreken daarvan, kleurenleer en het mengen van kleuren, penseeltechnieken, verfeigenschappen als transparantie, consistentie, structuur: zomaar wat zaken die het uiterlijk van je schilderij behoorlijk zullen beïnvloeden. En hoe beter je hun werking kent in de praktijk, hoe meer je vanuit je gevoel, zonder nadenken, kunt werken. Net als leren autorijden.

Als je de basisvaardigheden onder de knie hebt, kun je je aandacht op andere dingen richten en wordt je een betere chauffeur. Of schilder. De kilometers die je maakt zorgen voor ervaring. Waardoor je beter kunt inschatten wat je moet doen om daar te komen waar je wil zijn. Hoe je hindernissen het beste kunt nemen. Dat je soms even geduldig moet afwachten tot je weer vooruit kunt. Dat een onverwachte omweg soms juist de beste route is om bij je bestemming te komen en je onderweg mooie nieuwe dingen tegenkomt die je niet verwacht had. En nog beter en avontuurlijker: je stapt in je auto en begint te rijden zonder precies te weten waarnaar toe. Tot je ergens bent waar het je heel goed bevalt en dan is dát je bestemming! En dán is mijn abstracte kunstwerk af. 🙂

Maar figuratieve kunst dan?

Bij figuratieve dan wel realistische kunst is het voor een kijker vaak gemakkelijker om te oordelen of het een ‘goed’ schilderij is. Het criterium is voor veel mensen immers dat het écht moet lijken. Hoe realistischer het oogt, hoe beter het vaak beoordeeld wordt. Het is dan knap gemaakt, vindt men. ‘Dat kan niet iedereen’. De techniek is zichtbaar ontwikkeld en een kind van 4 doet het zomaar niet na. Figuratieve kunst is daarmee veiliger voor de kijker. Er is een rationele maatstaf waarlangs je het schilderij kunt houden. Je eigen beleving en persoonlijkheid hoeven niet zozeer op de weegschaal of onderzocht te worden om te beargumenteren wat je van het kunstwerk vindt. Al vind ik het persoonlijk wel weer interessant om te onderzoeken waarom iemand een kunstwerk goed vindt als het realistisch lijkt. 😉

Net echt. Lekker saai.

Is daarmee het maken van figuratieve/realistische kunst voor mij saaier? Nee, zeker niet. Abstract werk en realistisch werk maken zijn voor mij twee heel verschillende bezigheden. Hoewel ik abstracte kunst ontzettend heb leren waarderen, wil dat zéker niet zeggen dat ik figuratieve kunst de rug toe heb gekeerd. Het zijn voor mij twee totaal verschillende kunstvormen. Als maker heb ik ontdekt dat ik bij beide technieken een heel andere beleving heb. Tijdens het maakproces en ook als het af is.
Waar ik bij abstracte kunst steeds meer vanuit mijn gevoel werk en het proces mij lessen leert over o.a. perfectionisme, loslaten, niet oordelen, daagt figuratieve kunst mij juist technisch enorm uit. Het leert me vooral kijken. Naar licht, naar vormen, naar ‘werkelijke’ kleuren en niet de kleur die we met onze hersenen dénken te zien! Die verwondering over hoe groot het verschil daartussen soms is… heerlijk. Je kent ze wel, die optische illusies waarbij je letterlijk je ogen niet kunt geloven. Sneeuw kan dus gewoon donkergrijs zijn en jij beleeft het nóg als wit!

Grapje!

Ik vind het geweldig om me vast te bijten in een schilderij waarin ik een illusie creëer. Waarmee ik voor een 3D-beleving zorg op het platte vlak van een canvas. Dat kan een heel ‘goed gelukt’ realistisch werk zijn. Maar ook een trompe l’oeuil. Een visueel grapje. Zoals bijvoorbeeld ook te zien is in het paneel dat ik onlangs maakte als bijdrage aan een Nachtwachtproject*. Spelen met de blik van de kijker. Het oog voor de gek houden. Zo’n klik bij de toeschouwer teweegbrengen die je ook krijgt als je het aha-moment beleeft bij het staren naar een 3D-tekening. Ken je die? Waarbij je op een bepaalde manier naar een ogenschijnlijke wirwar van patronen moet kijken om er een fantastisch 3D beeld voor je neus in te zien opdoemen? Fantastisch! Geen digitale trucage, maar gewoon van die papieren boeken van vroeger waarbij de trucage in je eigen hersenen gebeurt. Ik hou ervan.

*De Bergeijkse Kunstenaars Vereniging heeft in het kader van haar 10-jarig jubileum een project opgezet waarbij 21 kunstenaars een deel van Rembrandt’s Nachtwacht schilderden, naar eigen invulling. Ik schilderde grofweg de onderste helft van kapitein Frans Banninck Cocq. De hele ‘Nachtwacht’ kun je t/m 9 november nog gaan bekijken!

Onderdeel van de Nachtwacht met visueel grapje.

Jij mag het zeggen

En nu jij. Je hebt tot hier gelezen. Dus wie weet heb ik wel ergens een stukje nieuwsgierigheid kunnen wekken. Naar abstracte kunst. Of naar een nieuwe manier van naar kunst in zijn algemeenheid kijken. Of naar jezelf. Misschien heb je een leuke aanknoping gevonden voor je kind dat een onderwerp voor een spreekbeurt zoekt. Wie weet schieten mijn vragen je een volgende keer als je naar een schilderij kijkt wel door het hoofd en graaf je nét een laagje dieper in je beleving dan je gewoonlijk doet. Vraag je je af waaróm je het mooi of niet mooi vindt. Waarom het werk een bepaald gevoel bij je oproept. Misschien duikt er een herinnering op. Of leer je iets over jezelf. Misschien wel dat je het lastig vindt om überhaupt te herkennen wat je voelt. Dat je erg vanuit je ratio een werk en misschien wel de wereld benadert. Dat mag nog steeds. Maar is in elk geval een stukje zelfkennis erbij. Geniet ervan. 🙂

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: